Goedkope SUV’s
Geen reactiesIdee oorspronkelijk uit de VS
De Sport Utility Vehicle (SUV) begon vlak na de eeuwwisseling aan populariteit toe te nemen in Europa. Daarvoor was de SUV voornamelijk te vinden op de uitgestrekte wegen in de VS. Maar dat is ook niet gek. In de USA zijn de meeste voertuigen groter dan waar dan ook. De SUV heeft een carrosserievorm die zich kenmerkt door een verhoogde bodemvrijheid en de capaciteit om meer dan vier passagiers te vervoeren. Dit, vaak in combinatie met vierwielaandrijving, geeft het gevoel met een luxe terreinwagen onderweg te zijn. In de 20e eeuw waren het voornamelijk de echte terreinwagens zoals de Suzuki Vitara, Toyota Landcruiser en Mitsubishi Pajero die in dit segment de dienst uitmaakten. De Mercedes G-Klasse en de Landrover waren het offroadvervoer voor de meer vermogende personen en reden hun rondjes voornamelijk in het Gooi.
Wat is een SUV?
De SUV’s die meer dan tien jaar geleden de showroom uitreden waren niet echt goedkoop, zeker niet de auto’s met vierwielaandrijving. Inmiddels is de nog altijd populaire wagen betaalbaar geworden en binnen het bereik van de mens met de wat smallere beurs. In feite zijn er een aantal soorten SUV’s te onderscheiden:
Terreinwagens. In de regel zijn dit krachtige 4×4-auto’s die bedoeld zijn om offroad mee te rijden. De rijervaring is wat Spartaanser dan je gewend bent van een auto, zeker bij de wat oudere modellen. Maar dat heeft bij dit soort SUV’s z’n charme.
Luxury SUV’s. Ook deze wagens zijn geschikt voor ruig terrein, maar kunnen ook prima overweg met het Nederlandse strakke asfalt. Kenmerkend is de zee van ruimte en de luxe aan boord.
Fullsize SUV’s. Bij deze reuzen verschuift het accent duidelijk naar luxe en comfortabel rijden. Eventueel is een ritje door een drassig stukje weiland mogelijk, mocht je onverhoopt in die situatie terechtkomen. Maar de offroad-capaciteiten zijn beperkt.
Midsize SUV’s. Schijn bedriegt bij deze ruimtewagens. Een stukje offroad is niet meer aan te raden, aangezien deze auto’s eigenlijk puur voor op de weg bedoeld zijn. Wel geniet je van voldoende ruimte binnenin.
Compacte SUV’s. Dit werd in de loop der jaren een gewild model onder autokopers. Bijna elke fabrikant ontwikkelde een compacte SUV om een graantje mee te pikken van de populariteit in dit specifieke segment. Geschikt voor een gezin met kleine kinderen en het vervoeren van alle bijbehorende spullen.
Goedkope SUV’s
De vreemde eend in de bijt zijn de Mini SUV’s en de Cross-overs. Auto’s die eigenlijk niet meer vallen onder ‘verhoogde ruimtewagens met 4×4-looks’. Bij de mini-SUV’s gaat het om voornamelijk stadsauto’s die het moeten hebben van de hippe uitstraling, zoals de Daihatsu Terios. De cross-overs zijn meestal stationwagens die verhoogd zijn en 4×4-techniek aan boord hebben. Denk hierbij aan de Volvo XC70, Audi A6 Allroad en de Subaru Outback.
Omdat je op zoek bent naar een goedkope SUV behandelen we in het lijstje hieronder voornamelijk de wagens die ruimte bieden en primair voor de weg bedoeld zijn, niet té oud zijn en waar inmiddels de grootste afschrijving al vanaf is. Een beknopt overzicht van betaalbare SUV’s:
MITSUBISHI OUTLANDER
Vanaf 2010 kreeg de designafdeling van het Japanse merk de opdracht een nieuw familiegezicht voor alle modellen te ontwerpen. Enige tijd later kregen nieuwe en gefacelifte modellen de inmiddels bekende ‘Jet Fighter’-grille. De grote Outlander kreeg de agressieve grill ook (tot 2013). Het is puur persoonlijk of je ervan houdt of niet. De snuit van de Outlander is in ieder geval prominent aanwezig.
Ruimte
Mitsubishi wilde de naam Outlander en SUV liever niet in één zin gebruiken. Zij spraken liever over een ‘family cross-over’, het alternatief voor een stationwagen. De slank ogende wagen heeft terreinachtige trekjes, maar heeft meer het karakter van een MPV. Binnenin de Outlander beschik je namelijk over een zee aan ruimte en heeft de kofferbak een inhoud van 775 liter. Met nog omhoogstaande achterzetels wel te verstaan.
Niet op de bok
Op de bestuurdersstoel zit je niet te hoog, zoals wel eens het geval is bij de gemiddelde SUV. Je stelt de stoel lekker laag in en vanuit een relaxte zitpositie maak je plezierige kilometers door stad en land. Het dashboard bestaat voornamelijk uit hard plastic en is verder weinig spannend. Je merkt dat een en ander inmiddels aardig gedateerd is. Ben je meer van het softtouch-materiaal, dan moet je de duurdere Outlander nemen van na de facelift.
Twee smaken
Motorisch gezien is de beste optie de 2,2 liter dieselmotor in combinatie met de SST-transmissie. Die twee verfijnde stukjes techniek werken zo feilloos met elkaar samen, dat je niet in de gaten hebt dat je met een zelfontbrander op pad bent. Enige nadeel is dat je, gezien z’n uitstoot, niet meer welkom bent in tal van Nederlandse steden. Woon je in Drenthe en kom je de provincie niet uit, dan maakt dat gegeven een stuk minder uit. Anders is de benzineversie een beter plan. Deze 2.0 liter mobiliseert 147 pk en puft 189 gram CO2 per kilometer uit z’n uitlaat.
Een Outlander van bouwjaar 2010-2013 koop je inmiddels al voor een bedrag van 8.000 euro. Daarmee heb je Japanse degelijkheid in een ruime verpakking.
VOLVO XC60
Zoek je een wagen die wel ruim is en veilig, maar waar je niet zo hoog op de bok zit? Dan moet je eens bij Volvo gaan kijken. De SUV oogt als een normale stationwagen, maar dan eentje waar grotere wielen onder zitten. Sowieso is de constructie van het onderstel zó, dat er een behoorlijke bodemvrijheid is van wel 230 mm. Tel daarbij op dat Volvo nooit te beroerd is geweest om haar modellen van veel binnenruimte te voorzien. In 2008 durfde Volvo het ook nog hardop te zeggen dat de XC60 ‘de veiligste Volvo ooit was’.
Noodstop
Die uitspraak was bepaald geen understatement. Volvo overlaadde de XC60 met een indrukwekkend pakket aan veiligheidsvoorzieningen waar de gepantserde Cadillac Escalade van de Amerikaanse president jaloers op zou worden. Overdreven gesteld, want een afgeschoten kogel houdt de Volvo niet tegen … Maar de City Safety-feature zorgt er in de stad wel voor dat de XC90 met een in de binnenspiegel geplaatste laser de omgeving afspeurt, om zo bij een dreigende aanrijding een noodstop in te zetten. Dat lukt meestal, wanneer je niet harder rijdt dan 15 km/h. Rij je harder, dan zal de botsing die volgt altijd rustiger verlopen dan wanneer je het systeem niet hebt.
Koffie tanken
Bij hogere snelheden is er de Collision Warning, een waarschuwingssignaal dat je aanspoort afstand te bewaren op je voorganger. Luister je niet, dan remt de Volvo automatisch als een aanrijding dreigt. Naast de gebruikelijke ‘standaard’ veiligheidsvoorzieningen en de hiervoor genoemde opties kon de toenmalige koper kiezen uit:
- Adaptieve cruise control
- Dodehoeksensoren in de buitenspiegels
- Lane Departure Warning
- Driver Alert Control
Deze laatste checkt of je niet aan het slingeren bent tussen de wegmarkeringen en waarschuwt als het merkt dat je door vermoeidheid de XC60 over de rijstrook slalomt. Een symbooltje van een kop koffie verschijnt in je display, een hint dat je even de afrit van een tankstation moet nemen.
Zuiperd
De elegant gelijnde wagen is te verkrijgen met een heerlijke 3,2 liter zes-in-lijn met turbo die maximaal 285 paarden aan het werk zet. Bij 1.250 toeren per minuut heb je het maximum koppel al tot je beschikking. Daarom de waarschuwing: bij gasgeven ontstaat er een draaikolk in je benzinetank. Met 1 op 6 zuigt en gorgelt de XC60 de euro’s uit je portemonnee. In 2009 kwam er een 200 pk sterke 2.0 liter viercilinder benzinemotor in de Volvo, die wat zuiniger omspringt met de fossiele brandstof. Voor krap 10.000 euro en een beetje tik je een mooie XC60 op de kop.
HONDA CR-V
De CR-V van Honda timmert al wat langer aan de weg. Maar toen de opkomst van de SUV niet meer te stuiten was, sprong ook Honda op deze voorbijrazende trein, om ook haar stempel te drukken op Autoland. En geef ze eens ongelijk, een Honda staat voor betrouwbaarheid en prima rijeigenschappen. Toch is het merk in Nederland altijd wat ondergewaardeerd geweest, als je het succes van de Civic en de vroegere CR-X even achterwege laat. In 2009 kwamen ze in ieder geval met een fraai gelijnde SUV op de proppen.
Doorontwikkeld
Met z’n sierlijk aflopende zijruiten lijkt de CR-V wat op een vierdeurs coupé met stationkenmerken. De achterlichten bedekken een groot deel van de D-stijl en de grille is een optische voortzetting van de koplampen. De CR-V is allang niet meer dat hoekige hoogpotige ding waar alleen mensen op leeftijd in reden.
De gebruikte materialen in het interieur zijn van hoge kwaliteit. Wat de Duitsers kunnen, moeten wij ook kunnen, moeten de Japanners hebben gedacht. Ondanks dat het er wat rommelig en druk uitziet, geeft de cockpit een hoogwaardige indruk. Over cockpit gesproken: de handrem lijkt verdacht veel op de gashendel in een vliegtuig.
Het wonder dat VTEC heet
De 2.0 I-VTEC is een bekende en beproefde motor in de Honda. De VTEC-techniek is beroemd en geliefd onder Honda-fanaten vanwege z’n power en toch zuinige karakter. De Honda CR-V sprint ─ volgend de brochure ─ vanuit stilstand in ruim 10 seconden naar de 100 km/h, hoewel de praktijk uitwijst dat 12 seconden eerst komt. Dat ligt aan de 1.500 kilo aan wagengewicht dat de motor moet meezeulen, maar ook aan de wat traag reagerende automaat die niet altijd begrijpt wat de bestuurder wil.
Helt in bochten
De Honda CR-V is geen held in bochten, want dan helt-ie flink over. Stevig remmen kan de wagen prima, maar wel met een duik van z’n neus. Daarentegen rijdt de CR-V op lange rechte stukken heerlijk en verkeersdrempels worden haast onmerkbaar genomen. Een stukje rechtdoor offroad gaan maakt de Honda niet bang. Waar nodig wordt er van voorwielaandrijving geschakeld naar vierwielaandrijving.
OPEL MOKKA
Ook Opel sprong rond 2012 in de bloeiende trend van de compacte SUV’s. De Duitse fabrikant was daarmee een laatbloeier, maar toen het merk constateerde dat concurrenten zoals Nissan en Skoda met de doelgroep aan de haal ging, ging het roer om. Opel dacht direct groot; de Mokka, in elkaar geschroefd in Zuid-Korea, maakte deel uit van een drieling die de hele wereld overging, onder andere benamingen. Zo’n Chevrolet Trax, om er één te noemen, was ook hier te koop. Ook het Amerikaanse merk Buick en het Australische Holden, beiden bloedverwanten van Opel, hadden een ‘Mokka’ in het modellengamma.
Op toeren houden
Behalve een diesel zijn er twee benzinevarianten te koop. Hier moet je even opletten, want de 1.4 turbo heeft altijd vierwielaandrijving, terwijl de 1.6-litermotor die integrale aandrijving níet heeft. Wil je af en toe even lekker offroad gaan, dan is de 1.4 liter turbo met 140 pk de beste keuze. Ondanks die turbo zijn de prestaties niet om over naar huis te schrijven, maar in het dagelijkse verkeer is het meer dan voldoende. Kwestie van de motor lekker op toeren houden als de situatie daar om vraagt. Het schakelen vraagt veel gevoel van jouw kant als bestuurder. Het is allemaal solide, maar ook wat hakerig, en dat kan op je zenuwen gaan werken. Maar wat voor de één irritant is, is voor de ander juist weer prettig.
Verdeling aandrijfkrachten
Opel heeft ervoor gekozen om bij de 1.4 turbo in eerste instantie alleen de voorwielen aan te drijven. Pas als de Mokka in een bocht wat begint te schuiven springen de achterwielen bij en hou je de SUV weer bij de les. Het weggedrag blijft hierdoor redelijk neutraal en wat minder dynamisch. Opel koos voor deze configuratie om het brandstofverbruik in toom te houden. Het hangt af van het type wegdek of de aandrijfkrachten meer verdeeld worden, dus van de voorwielen naar de achterwielen. Maar wel zo dat die verdeling maximaal 50/50 bedraagt.
Geliefd bij iedereen
De Mokka is ondanks z’n afmetingen van 4,28 meter in de lengte en 1,78 meter in de breedte een vijfzitter, ook al moeten volwassenen wat inschikken. De oplopende taillelijn geeft de achterpassagiers een geborgen gevoel, maar het zicht naar buiten is daarmee veel minder. Als je incognito vervoerd wilt worden, is de Opel Mokka de auto bij uitstek. Het ontwerp van de Mokka is verder nergens extreem en dat maakt de wagen zakelijk gezien interessant. Zeker over een jaar of vijf, als youngtimer en de bijbehorende youngtimerregeling. Ook een gezin met opgroeiende kinderen heeft meer dan genoeg aan de compacte allemansvriend, die, zoals je van Opel gewend bent, voor nog veel zorgeloze kilometers gaat zorgen.
LAND ROVER FREELANDER
De Freelander was door Landrover ontwikkeld ter vergroting van de doelgroep. Land Rover had ook toen een ‘premium’-imago en de Freelander deed daar eigenlijk afbreuk aan. De terreinwagen was wat minder verfijnd en de afwerking stond in de schaduw van z’n grotere broers. Maar het koperspubliek had daar maling aan en de Freelander was een tijd lang de bestverkochte SUV in Europa. Wil je een Freelander aanschaffen, als goedkope SUV? Vanaf modeljaar 2006 staan er redelijk veel te koop met een prijskaartje van soms al enkele duizenden euro’s. Kijk liever naar de wat latere bouwjaren en het bijbehorende ─ nog steeds relatief bescheiden ─ prijskaartje, en je rijdt in een strak vormgegeven, daardoor tijdloze en exclusieve wagen.
Gewogen en níet te licht bevonden
De bouwkwaliteit ging er na 2013 flink op vooruit, maar dat wil niet zeggen dat de Freelander van de tweede generatie (rond 2007) een kneus was. Maar in vergelijking met het hoge premiumgehalte van de andere modellen kon deze Land Rover niet meekomen. Zeker geen muurbloempje, aangezien de wagen rond z’n introductie door testrijders aardig op z’n donder heeft gekregen tijdens meerdere testritten. Van barre kou tot bloedhitte en van nat asfalt tot zware offroad-omstandigheden, de Freelander slikte het allemaal. De aanzienlijk verbeterde torsiestijfheid van de SUV liet kraakjes en piepjes schitteren door afwezigheid.
Gegroeid, maar toch nog krap achterin
Deze tweede generatie van de Freelander heeft een groeispurt doorgemaakt, want de afmetingen namen in de lengte toe met 5 centimeter en in de breedte met 11 centimeter. Vooral de bagageruimte profiteerde hiervan en nam flink toe. Landrover had er goed aan gedaan als ze de achterbank wat meer naar achteren hadden verplaatst, omdat daar ruimte voor was. Nog steeds zit je achter in de Freelander enigszins met je knieën opgetrokken. Achter het stuur kruipen is ook daarom een veel beter idee.
Samenwerking met Ford
In de tweede generatie Freelander kijk je mooi uit over de motorkap en heb je een goed overzicht over de weg. Een mooi afgewerkt dashboard met robuuste knoppen in een overzichtelijk ingedeelde middenconsole herinneren je eraan dat je toch met een wagen van een luxe merk onderweg bent. Je kiest uit een 2.2-liter dieselmotor of een 3.2-liter zes-in-lijn, waar vooral deze laatste uitblinkt in souplesse en kracht, gekoppeld aan een zestrapsautomaat. Ford heeft het onderstel van de Freelander ontworpen en dat garandeert bijna vanzelf prima rijeigenschappen.
Bipolair, maar geen stoornis
Sta je met de Freelander in het terrein en wil je de SUV eens lekker de sporen geven, dan kun je vreemd genoeg niet kiezen voor lage gearing. In plaats daarvan draai je aan de knop van het Terrain Response-systeem en vertel je de auto op wat voor ondergrond hij staat. De elektronica stelt vervolgens de meest geschikte 4×4-afstelling in. Met een bodemvrijheid van 21 centimeter ploegt de Freelander moeiteloos door mul zand, modder en rotsen om vervolgens weer stoïcijns zijn weg over strak asfalt te vervolgen, alsof z’n neus bloedt. Je leert de Freelander plots van een andere kant kennen. Een fraaie mix tussen comfort en sportiviteit.
DODGE NITRO
De Chrysler Group, eigenaar van Dodge, kwam in 2007 dan ook eindelijk met een SUV op de proppen, nadat concurrenten zoals Ford, Chevrolet en Nissan al lang en breed een SUV in de markt hadden gezet. Dodge, die modellen uitbracht en -brengt zoals de Charger en de Challenger (met typenamen zoals Hellcat en Demon en vermogens van dik 700 pk), zette dan ook een fraaie, stoere en bonkige SUV neer die z’n karaktereigenschappen niet onder stoelen of banken stak. De ontwerper heeft gewapend met liniaal en potlood een SUV neergezet die angst inboezemt wanneer je ‘m in je achteruitkijkspiegel ziet opdoemen.
Zonder gevoel voor tact
Met z’n uitgebouwde spatborden doet de stoere Nitro enigszins retro aan en de bumper is er eentje van het formaat sneeuwschuiver. Subtiel is de grote jongen niet, maar daar koop je de Nitro ook niet voor. Maar hoe je het ook wendt of keert, praktisch is-ie wel. Door zijn hoekige lijnen heb je aan ruimte binnenin geen gebrek. Dat kun je trouwens wel aan de Amerikanen overlaten. Wat zij ‘small cars’ noemen is bij ons al gauw een wagen uit de hogere middenklasse.
Bochtenridder
Neem plaats op de drivers seat en je ziet dat het dashboard lekker recht-toe-recht-aan is, stoer en zonder idioterieën en snuisterijen die niet bij het karakter van de auto passen. De stoelen zijn fors en geven je voldoende zijdelingse steun als je een keer flink door de bocht heen jaagt. Niet dat de Nitro overhelt. Dirigeer de wagen de bocht in en hij gehoorzaamt je gewillig. Je volle bak koffie in één van de bekerhouders blijft keurig gevuld. Je zou bijna geloven dat je in een ‘normale’ auto rijdt.
Road and Track
De fijnste motor is de sportieve 4.0 liter R/T (Road & Track, bekend van de Charger en Challenger van eind jaren 60) en deze heeft standaard vierwielaandrijving. De V6 lust natuurlijk wel een borreltje, maar die pijn voel je alleen als je bij de benzineboer je brandstof gaat afrekenen. De opgestoken duim van sommige medeweggebruikers maakt dan weer veel goed.
Waarschijnlijk kom je onder occasions meestal de 3.7 liter tegen en dat is ook geen straf. Deze Nitro’s zijn ook wat betaalbaarder, zeker de diesels. Onder de 10.000 euro kun je zeker slagen als je een 3.7 wilt. De impopulaire diesels zijn er al voor minder dan 5000 euro, vaak uit de bouwjaren 2008-2010.
DACIA DUSTER
Zoals ook ooit het geval was bij Skoda, werd ook de Dacia in zijn beginjaren weggehoond als een derderangs merk. Renault bracht het merk Dacia weer tot leven in 2005 en zette een eenvoudige sedan in de markt met de naam Logan, met een vanafprijs van 8.495 euro. Eenvoudig, maar met de beproefde techniek van moederbedrijf Renault. In 2010 verscheen de Duster ten tonele, een offroad-achtige SUV die nieuw gekocht werd voor iets meer dan 15.000 euro, als instapper. Ook de Duster is, net als z’n broertjes, een voordelige auto met weinig poespas. Wat er niet op zit kan ook niet stuk.
Personaliseren van de Duster
Ook al is het design in de basis verstoken van verdere opsmuk, toch heeft Dacia in 2010 een flamboyante SUV neergezet. Je kunt prima met het stoere uiterlijk voor de dag komen. De Dacia meet van optionele bullbar tot aan trekhaak ongeveer 4,40 meter en is daarmee dus geen klein karretje. Ondanks dat de Duster zonder tierelantijnen is opgeleverd, kon de Roemeense SUV wel aangekleed worden met allerlei bodykits, dakrails en dikke treeplanken. Ongetwijfeld staan er nu een aantal Dusters te koop die deze transformaties ooit hebben ondergaan en waarbij je ook niet per se de basisversie hoeft te kopen. De wagens zijn allemaal goed betaalbaar.
Handgeschakeld
Hou er rekening mee dat je alleen maar een Duster van de eerste generatie met handbak kunt kopen. Een automatische versnellingsbak was toentertijd niet leverbaar. Ook zaken als cruise control, ESP. Gordijnairags en parkeersensoren zul je niet vinden. Wel werd de toen duurste versie geleverd met airco, elektrische ramen en zijairbags. Het gekke is dat een radio weer optioneel was.
Luidruchtig
De benzineversie (1.6 16V) werd voorgetrokken door 105 trappelende paarden en de diesel (1.5 dCi) mocht het doen met 110 paardenkrachten. Deze dieselmotor deed ook dienst in de Clio, Mégane en de Laguna van Renault. Rij je toch liever op benzine, dan neem je op de koop toe dat je bij 120 km/h het hart van de Duster goed hoort werken. Met 3.750 toeren per minuut wordt de muziek in de auto overstemt door het kabaal van de motor.
Vertrouwd
Ook het rijden met de Duster is gewoon zoals het hoort, gewoon het midden tussen middle-of-the-road en down to earth. De vering is soepel waarbij hij oneffenheden van het wegdek goed absorbeert. De besturing is wat zwaarder dan je in een vergelijkbare auto gewend bent, maar dat heeft z’n charme in een terreinwagen. In snelle bochten is de Duster een tikkeltje onderstuurd.
Naar waarde schatten
De Dacia is niet alleen maar een stoere verschijning die uiterlijk indruk maakt, maar zogenaamd vanbinnen een zielig hoopje is. Dan doe je de wagen enorm tekort. Zoek je dus een fijne metgezel die zowel op het asfalt als offroad z’n mannetje staat, dan heb je voor nog geen 7.000 euro de no-nonsense Duster van de eerste generatie op de stoep staan.